Kennisgeving voornemen tot verkoop grond nabij Kardinaal van Rossumplein 4 t/m 8
14 april 2025
Locatie
Perceel grond gelegen nabij Kardinaal van Rossumplein 4 t/m 8, kadastraal bekend als Maastricht, sectie F, nummer 5177, groot 16 m².
Motivatie
De strook grond is in eigendom van de gemeente en is belast met een recht van erfpacht ten behoeve van Woningstichting Servatius. Het perceel is waarschijnlijk (per abuis) ontstaan na verkaveling(en) in het gebied. Het perceel maakt in de praktijk deel uit van de tuinen bij de woningen Kardinaal van Rossumplein 4, 5, 6 en 7, welke woningen in eigendom zijn van Woningstichting Servatius. De gemeente heeft geen belang bij behoud van het eigendom van deze strook grond. Bovendien heeft de gemeente in 2000 besloten om de erfpachtrechten van de woningcorporaties buiten de singels om te zetten naar eigendom. De gemeente wenst derhalve ook deze situatie te corrigeren en het bloot eigendom over te dragen aan Woningstichting Servatius (erfpachter).
Gelet op voorgaande en daar bijkomend het feit dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening solitair gebruik van de strook grond niet mogelijk/ wenselijk is en verkoop niet mag leiden tot onlogische perceelgrenzen of versnippering, is de gemeente van mening dat Woningstichting Servatius als enige serieuze gegadigde kan worden aangemerkt voor verkrijging van het bloot eigendom van voornoemd perceel grond.
Reactietermijn
Bent u van mening dat ook u gelet op het gelijkheidsbeginsel als gegadigde aangemerkt dient te worden voor deze verkoop, stuur dan vóór 5 mei 2025 per aangetekende brief een gemotiveerde reactie aan de gemeente Maastricht, afdeling Vastgoed, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht. Vermeld in uw brief in ieder geval:
- de datum van publicatie en om welk object het gaat;
- uw naam, adres en woonplaats;
- waarom u van mening bent dat u voor dit object ook als gegadigde moet worden aangemerkt;
- uw handtekening;
- als u voor iemand anders een motivatie indient, bijvoorbeeld namens een bedrijf, stuur dan een machtiging mee.
De hiervoor genoemde reactietermijn merken wij aan als vervaltermijn. Blijft een schriftelijke reactie (of kort geding) binnen de genoemde reactietermijn uit, dan is de gemeente vrij om (verder) gevolg te geven aan haar voornemen tot uitgifte.